"Exousia". Wat is de betekenis van deze smeedijzeren letters op de zwart uitgeslagen gevel van het studentenhuis aan het spoor in Arnhem? Is wat er gebeurt achter deze grauwe muren enkel maar een onschuldig spel van studenten? Welk duister geheim dragen de bewoners met zich mee?

Kort nadat de twintigjarige Sander Versteeg in Arnhem op kamers gaat wonen gaan er dingen veranderen in zijn ouderlijk huis.

Als in de kleine evangelische gemeente in Wageningen een van de gemeenteleden ernstig ziek wordt, beschouwt de gedreven voorganger, Joost Renting, dit als een aanval uit het rijk der duisternis. Hij laat het er niet bij zitten en roept zijn gemeente op tot een geestelijke strijd.

Johan Versteeg is ambitieus in zijn werk en als oudste in de gemeente. Hij vindt dat de voorganger zijn geestelijke gaven en talenten onderschat en wijt dat aan het feit dat hij de grip verliest op Sander en op zijn vrouw, Christel, die nog steeds omgaat met een "verkeerde" jeugdvriendin.

Carla, de dochter van de voorganger en de vriendin van Sander, is jaloers op de vlotte, roodharige Miriam die ook in het studentenhuis woont. Zij is het die Sander stapje voor stapje inwijdt in de geheimen van het huis.

Wat begint met kleine irritaties neemt snel angstaanjagende vormen aan.

De nuchtere inspecteur Arends stuit, min of meer bij toeval, op enkele vreemde zaken. Voor hij het weet komt hij in aanraking met verbanden die zijn menselijk inzicht te boven gaan.